“Mijn brandweerkennis komt goed van pas bij mijn werk als inspecteur”

Al jaren geleden wilde Rick vrijwilliger worden bij de brandweer, maar omdat zijn werk te ver weg was kon dat niet. Inmiddels werkt Rick bij Veiligheidsregio Groningen én is hij brandweervrijwilliger in Loppersum. En die combinatie bevalt hem uitstekend.

Hoe ben je terechtgekomen bij Veiligheidsregio Groningen?

“Hiervoor werkte ik als aardbevingsinspecteur, maar ik wilde wat anders. Toen ik deze vacature tegenkwam was ik gelijk geïnteresseerd, omdat ik altijd een zwak heb gehad voor de brandweer. En dat terwijl ik nog nooit van de term BRZO (Besluit risico’s zware ongevallen) had gehoord, ik moest het zelfs googelen. Het sollicitatiegesprek was leuk, maar ik heb wel aangegeven dat ik geen chemische kennis had. Ik mocht een half jaar op proef komen om te kijken of ik het leuk vond. En dat vond ik zeker, dus ik doe het nu nog steeds. Ik leer veel en er zijn genoeg mogelijkheden om door te groeien.”

Wat houdt jouw functie precies in?

“Wij houden toezicht, inspecteren, geven advies en handhaven bij ‘Seveso-bedrijven’. Dat zijn bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. De meeste van die bedrijven staan op Chemie Park Delfzijl. Als inspecteur kijk ik vanuit de bril van de brandweer. Want als er iets misgaat bij zo’n bedrijf komt de brandweer, en die moet dan bijvoorbeeld gelijk kunnen zien welke gevaarlijke stoffen ergens zijn opgeslagen en in welke hoeveelheden. Dus ik bekijk onder meer of de lijst met gevaarlijke stoffen klopt. Daarnaast controleer ik tijdens Seveso-inspecties of een bedrijf zich houdt aan de regels die staan in de Omgevingswet en de Seveso-richtlijn. Bijvoorbeeld of het onderhoud van de installaties goed is uitgevoerd en of de mensen die dat doen gecertificeerd zijn.”

Wat maakt jouw werk uitdagend?

“Vooral de diversiteit aan werkzaamheden: geen dag is hetzelfde. Inspecties bij bedrijven, veiligheidsrapporten en stoffenlijsten beoordelen, landelijke overleggen. Daarnaast krijg ik de vrijheid om zelf projecten op te zetten. Zo merkte ik bij de kleinere bedrijven dat het bij een voorbespreking soms lastig was om de agenda vol te krijgen. De vraag is: waarom gaan we er dan elk jaar heen? Dan kunnen we die tijd beter ergens anders aan besteden. Sommige bedrijven zitten net onder de drempel wat betreft de hoeveelheid opslag aan gevaarlijke stoffen, zodat ze niet onder de Seveso-wetgeving vallen. Daar zitten wel wat risico’s. We gaan nu een pilot doen waarbij we de komende tijd bij dit soort bedrijven langsgaan.”

Naast jouw dagdienstfunctie ben je ook vrijwilliger bij de brandweer in Loppersum. Hoe bevalt die combinatie?

“Die combinatie is heel handig, want daardoor krijg ik bijvoorbeeld de vrijheid om ook te werken vanuit de kazerne in Loppersum, zodat ik vanuit daar mee kan met uitrukken. Ook zou ik in theorie kunnen werken op andere kazernes als daar een keer een tekort aan mensen is. Daarnaast komt mijn brandweerkennis goed van pas bij mijn werk als inspecteur.”

Wat vind je mooi aan de brandweer?

“Ik heb altijd een zwak gehad voor de brandweer, al van kleins af aan. Het is echt een jongensdroom. Wat ik bijzonder vind is dat als de pieper gaat, je de klus met elkaar moet zien te klaren ongeacht wat de melding is. En als het dan is gelukt geeft dat een goed gevoel. Daarnaast is het een gezellige groep mensen bij elkaar waardoor ik altijd met veel plezier naar de brandweer ga. Heel cliché, maar het is echt een tweede familie die je erbij krijgt. Verder vind ik het mooi om wat te kunnen doen voor mijn dorp en voor de maatschappij.”

Ben je al vaak mee geweest met uitrukken?

“Ik heb nog maar net mijn diploma Manschap gehaald, en ik heb toevallig net mijn eerste officiële uitruk gehad als manschap. Dat was een gaslekkage, en deze keer mocht ik ook echt meten in plaats van alleen maar toe te kijken. De afgelopen periode ben ik al wel regelmatig mee geweest met uitrukken als aspirant. Daar zaten af en toe best heftige dingen tussen, zoals auto-ongelukken waarbij mensen bekneld zaten. Grappig was een melding van een middelbrand, die toen we aankwamen een paasvuur bleek te zijn.”