Om 10 voor 9 ‘s ochtends loopt een wandelaar langs het Reitdiepkanaal, net buiten Groningen, als hij plotseling een harde knal uit de richting van de Dorkwerderbrug hoort. Er blijkt een aanvaring te zijn geweest tussen 2 schepen. Dit was het denkbeeldige scenario voor een oefening over incidenten op het water op 14 en 15 maart, georganiseerd door Rijkswaterstaat en Veiligheidsregio Groningen.
Het vervolg van het scenario: door dichte mist is niet goed te zien waar het geluid vandaan komt. De wandelaar is geschrokken en belt met 112, waarna een eenheid van de politie richting de plaats van het incident wordt gestuurd. Vlak daarna komt er een melding van een riviercruiseschip. De melder geeft aan dat ze een ander schip hebben aangevaren. Uit het systeem blijkt dat het gaat om een zeilschip. Even later meldt de bemanning van het zeilschip dat het schip dreigt te zinken, er mensen zijn met verwondingen en er mogelijk ook mensen in het water liggen.
Afstanden overbruggen
Op initiatief van Rijkswaterstaat organiseerde Veiligheidsregio Groningen deze oefening. Samen oefenen met onder andere de politie, defensie, ambulancezorg, de GHOR en de brandweer is van groot belang om elkaar te kennen en te vinden in tijden van crisis. De oefeningen zorgen ervoor dat we ons bewust worden van elkaars taken, rollen en verantwoordelijkheden. “Deze keer was het een oefening waarbij de water- en landprocessen elkaar ontmoeten. We wilden de partners uitdagen om na te denken over het overbruggen van afstanden als er iets op het water gebeurt”, vertelt Jelle Klabbers, Officier van Dienst Water bij Rijkswaterstaat (RWS).
Daarnaast verlopen processen op het water heel anders dan op het land, met ander jargon en andere samenwerkingspartners. “Het is goed om dat ook eens te oefenen, om wat meer vertrouwd te raken met die wereld”, vertelt oefenleider Jesse Mol van Veiligheidsregio Groningen. “En het is zeker niet ondenkbaar dat er incidenten plaatsvinden op het water. Denk bijvoorbeeld aan de aanvaring tussen een watertaxi en een veerboot bij Terschelling en de aanvaring tussen een watertaxi en een rondvaartboot in Rotterdam, beide vorig jaar.”
Naast het trainen van de crisisorganisatie was het specifieke doel van deze oefening de afstemming en samenwerking tussen de Officieren van Dienst (OvD). De OvD stuurt collega’s van de hulpverleningsorganisatie aan op de plaats van een incident. Daarnaast is de OvD de contactpersoon voor andere crisispartners.
Het belang van beeldvorming
Zodra een melding van een incident binnenkomt, gebruiken alle crisispartners de eerste minuten om zich een beeld te vormen van de situatie. Ze moeten dit doen op basis van de informatie die ze krijgen. Voor de beeldvorming tijdens de oefening werd gebruik gemaakt van een maquette van RWS. Met de informatie die ze op dat moment hadden kwam het CoPi (Commando Plaats Incident), de operationele leiding ter plaatse, samen rondom de maquette. Hier stonden een aantal vragen centraal. Wat is jullie beeld? Wat zijn de dilemma’s? Welke knelpunten zijn er?
Na een korte bespreking gingen de OvD’s uit elkaar om hun organisaties aan te sturen, zoals politie en brandweer. Ondertussen ontstond een beter beeld van de situatie. Ongeveer een kwartier later kwam het CoPi weer bijeen. Tijdens het tweede overleg behandelden ze vragen als: wat zijn de risico’s? Wat zijn mogelijke scenario’s? Welke maatregelen ga je treffen? De taken werden uitgezet en er werden afspraken gemaakt over hoe de partners elkaar konden helpen. Hier eindigde de oefening. Oefenleider Jesse kijkt met een goed gevoel terug op de twee dagen. “Het is mooi om dit geoefend te hebben, het geeft vertrouwen dat we weten wat we moeten doen als er echt een keer zoiets gebeurt.”